maandag 24 september 2007

Mijn eigen verhaal

Het was donderdag 9 augustus 2007.

Mijn vrouw en ik namen afscheid van onze dochter, schoonzoon en kleindochter.
Op datzelfde moment rinkelde de telefoon. Automatisch wierp ik een blik op de klok; het was 19.15 uur. Terwijl ik mij afvroeg, wie er op dat tijdstip nog kon bellen, pakte mijn vrouw de telefoon, maar gaf hem direct aan mij door: "Er is iets met mam ..... !" Aan de andere kant van de lijn klonk de stem van mijn zus, die onze 95-jarige moeder na "een dagje uit" weer in haar vertrouwde aanleunwoning had afgeleverd. Terwijl ze nog even aan het nakletsen waren, had mijn moeder plotseling 'rare bewegingen' gemaakt en was toen in een fauteuil ineen gezakt. Mijn zus belde meteen 112 en daarna mij.

Ik besefte onmiddellijk dat er iets ernstigs aan de hand moest zijn en reed dus samen met mijn vrouw naar de woning van mijn moeder.
Nauwelijks 5 minuten later waren wij ter plekke.
Een eerste snelle blik op mijn moeder zei mij eigenlijk al genoeg: rechter lichaamszijde volledig verlamd en geen spraakvermogen meer. Hier was duidelijk sprake van een hersenbloeding of een herseninfarct. De oorzaak is verschillend, maar het gevolg meestal hetzelfde.

Vrijwel direct na mijn aankomst arriveerde ook de ambulance.
Duidelijk was dat alles nu zeer snel moest gaan.
Na een kort onderzoek werd er dan ook geen onnodige tijd verloren en even later reden wij met zwaailicht en sirene in een hoog tempo naar het Atrium MC in Heerlen.
Daar gaf een CT-scan nader uitsluitsel: moeder was getroffen door een zwaar herseninfarct.
Ze werd overgebracht naar de Braincare Unit, waar pogingen zouden worden ondernomen om het stolsel via trombolyse op te lossen. Dit bleek niet tot enig succes te leiden.

Toen dat duidelijk werd, zagen mij zus en ik zich voor een volgend probleem geplaatst.
Enkele jaren eerder had mijn moeder ons namelijk als gevolmachtigden aangewezen met betrekking tot een zogenaamde zorgverklaring, waarin zij bepaalde had dat er, in een geval als dit, geen levensverlengende zorg, zoals kunstmatige voeding enz., mocht worden toegepast.
Gezien de uitzichtloze toestand van onze moeder, besloten wij eensgezind deze wilsbeschikking te zullen respecteren en naleven.
Toen wij de behandelende arts(en) een kopie van het document overhandigden, werd er direct dienovereenkomstig gehandeld. Moeder werd van de apparatuur gehaald en overgebracht naar een 'normale' kamer. Intussen waren 2 sliktests negatief gebleken, met andere woorden: eten of drinken via de natuurlijke weg was vrijwel uitgesloten.
We wisten nu dat moeder nog maar luttele dagen te leven zou hebben.
Omdat wij de ziekenhuiskamer nu niet bepaald de meest geschikte ruimte voor een waardig afscheid leek, regelden wij via het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) een overbrenging naar en opname in het Hospice Martinus te Mechelen. De toezegging hiervoor kregen wij op dinsdag 14 augustus en de overbrenging zou plaatsvinden op donderdag 16 augustus. Zelf geloofden we eigenlijk allemaal niet, dat moeder dan nog in leven zou zijn.

Maar onze moeder, hoe klein van stuk ook, is haar hele leven lang uiterst taai gebleken en dat was ook nu weer het geval.
Zo arriveerde ze, goed ingepakt, in de ochtend van die bewuste donderdag op het adres Heerenhofweg 7 in Mechelen, waar kamer 2 voor haar was 'gereserveerd'. Toen ze op de brancard werd binnengebracht, was haar geest heel helder en bekeek ze de nieuwe omgeving vol belangstelling. Korte tijd later lag ze eindelijk in haar (voorlopig) 'eigen' bed.
Op mijn vraag, of ze wist waar ze was, knikte ze bevestigend. Het is echter tot heden niet duidelijk, of dat ook werkelijk zo was/is.

Kort na deze 'verhuizing', gaf zij met haar mond aan dorstig te zijn.
Uit het ziekenhuis hadden we uit voorzorg een kleine dosis verdikkingsmiddel meegekregen, dat het slikken van vloeistoffen zou kunnen ondersteunen.
Onder het motto "Niet geschoten, is altijd mis", besloten wij, geholpen door het deskundige personeel, nog maar eens een gok te wagen. En ziedaar: moeder slaagde er warempel in om een paar slokjes te drinken.

In de volgende dagen maakte ze op dit gebied steeds meer vordering. Ook dikkere substanties, zoals pudding, yoghurt en kwarktaart kregen weer een kans. Zo verstreken de eerste dagen, waarbij eerder sprake was van vooruitgang dan het te verwachten einde.

Intussen deden de verpleegkundigen en een legertje van gemotiveerde vrijwilligers alles mogelijke om het verblijf van mam in het hospice zo aangenaam en tegelijkertijd haar lijden en ongemakken zo draagbaar mogelijk te maken. Dankzij die buitengewone en hartverwarmende zorg bloeide onze moeder stukje bij beetje op.
Natuurlijk was zij onderhevig aan stemmingswisselingen, maar dat schijnt kenmerkende te zijn voor zogenaamde CVA-patiënten. Het ene ogenblik "Himmelhoch jauchsend" en het andere "Zum Tode betrübt".

Na zo'n vijf weken, begon ze opeens onverstaanbare klanken te produceren.
Met de 'herontdekking' van haar eigen stem, ontstond waarschijnlijk de toenemende behoefte om weer met haar omgeving te kunnen communiceren. Er volgenden al spoedig hele zinnen, waaraan helaas niemand een touw aan vast kon knopen. Het waren momenten om moedeloos van te worden, natuurlijk met name voor haarzelf, maar ook voor ons: haar kinderen en kleinkinderen.
Via de huisarts werd een logopedist ingeschakeld, maar ook die staat vooralsnog machteloos.
Toch geven wij, aangemoedigd door het steeds meelevende personeel, de moed nog niet op.

Gisteren (23 september) stond Mechelen in het teken van het 350-jarig bestaan van het plaatselijke schuttersgilde. Bij een dergelijke festiviteit hoort, naast de schietwedstrijden, onlosmakend een feestelijke optocht en defilé. Moeder werd door het verzorgend personeel goed ingepakt in een rolstoel gezet en naar de gemeenschappelijke huiskamer gereden om daar, zij het in beperkte mate, van het schouwspel buiten getuige te kunnen zijn.
Natuurlijk gaat zo'n eerste uitstapje, na een strijd op leven en dood van 6 weken, niet in iemands koude kleren zitten.
Vandaag, maandag 24 september, heeft mam dan ook vrijwel alleen maar geslapen, veel meer dan in de voorafgaande dagen. Misschien vindt ze dat schuttersfeest wel een waardige afsluiting van haar lange leven en heeft ze met de onverstaanbare zinnen, die ze ook vandaag weer tot mij richtte, mij dit willen meedelen.

Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen: